3 Toptips tegen voedselverspilling
Voel jij je ook zo schuldig als je eten weggooit? Ben je op zoek naar manieren om ‘restjes’ te verwerken? Of te voorkomen dat voeding snel bederft?
Lees dan deze 3 toptips tegen voedselverspilling.
En stuur ze door, want samen bereiken we meer dan alleen! Hoe meer mensen meedoen, hoe beter.
Tip: gebruik alle zintuigen
Zet al je zintuigen in voordat je voedsel weggooit. Iets wat er ‘oud’ uitziet, kan nog prima smaken!
Als voedsel er niet meer puntgaaf uitziet, ben je eerder geneigd het weg te gooien. Een banaan met een volledig bruine schil, een tomaat met een paar plekjes erop, kruiden met wat verlepte blaadjes… Bij zomerse temperaturen ziet je voedsel er al heel snel niet meer zo aantrekkelijk uit. En belandt het vaak vrij vroeg in je prullenbak.
Je kunt echter ook anders met deze ‘aangetaste’ producten omgaan. De uitdaging daarbij is over je eerste indruk heen te stappen. Verder te kijken dan het ‘lelijke’. Het voedsel niet meteen als afval te bestempelen, maar het nog eens nader te onderzoeken. Is het wel al echt ‘te ver heen’, of valt dat eigenlijk nog wel mee?
De zintuigen die je hiervoor inzet, zijn voelen, ruiken en proeven. Neem bijvoorbeeld die bruine banaan. Door er (zachtjes!) in te knijpen, voel je of hij beurs is of nog niet. Door eraan te ruiken, kun je onderscheid maken tussen erg rijp of bijna rot (dan ruik je een ‘gist’ geur). Natuurlijk kun je ook altijd nog een stukje proeven. Een rijpe banaan smaakt heerlijk zoet!
Dus kijk niet alleen naar voedsel voordat je een oordeel velt. Voel, ruik en proef het ook even. Gebruik alle zintuigen vóórdat je iets weggooit. Hoe minder snel je dat doet, hoe fijner het is voor je portemonnee en tegen voedselverspilling! (Lees meer over het nut van smaak in De Proeverij van april).
Tip: diner wordt ontbijt
Gebruik wat je overhoudt van je diner voor je ontbijt. Of voor je lunch. Oftewel: recycle!
Je hebt teveel te eten gemaakt. Je had enorme trek en je ogen waren groter dan je maag. Of je eetlust viel toch een beetje tegen. Met warm weer heb je vaak wat minder voeding nodig, maar je maakt nog steeds dezelfde hoeveelheden klaar. Dus je houdt (nogal) wat over na je diner. HEERLIJK!!!
Mij kun je niet blijer maken dan met zo’n ‘restje’. Met liefde en aandacht bereid eten, waarover al is nagedacht. En dan teveel, wat een cadeau! Zo’n restje hoef je niet weg te gooien. Je kunt het namelijk heel goed gebruiken voor je ontbijt. Met een aantal kleine aanpassingen heb je bijvoorbeeld een restje rijst zo omgetoverd tot een gezond en voedzaam ontbijt.
Je ontbijt is het belangrijkste maal van de dag. Daar heb je flink wat van nodig. De allereerste Proeverij ooit ging daarover. Je ontbijt is bij voorkeur iets warms en sowieso iets wat al ‘bereid’ is. Dus als je nog wat over hebt van de vorige dag, warm je dat snel even op. Of je past het een beetje aan en je hebt in een handomdraai een voedzaam ontbijt!
Als dit niet bij jou past, gebruik het ‘restje’ dan voor je lunch. Het kan natuurlijk zo zijn, dat jij een vast ‘ontbijtpatroon’ hebt, waar je niet vanaf wilt stappen. Dat je een beetje een moeilijke eter bent in de ochtend. Gebruik het ‘restje’ dan voor je lunch. Dat scheelt je boterhammen smeren en zorgt voor de nodige variatie. Ook handig!
Tip: zelf telen & oogsten
Leer de ‘echte waarde’ van voeding kennen. Door het zelf te telen en te oogsten.
Wat maakt die ene aardappel meer of minder eigenlijk uit? Soms vraag je je dat af en gooi je hem weg. Er zitten bijvoorbeeld een paar uitlopers op, of teveel ‘vieze plekjes’ die je er niet allemaal af wilt snijden. Dat vind je teveel werk, daar heb je geen tijd voor. Je realiseert je echter niet wat het aan tijd, geld en energie heeft gekost, om die ene aardappel te ‘produceren’. Hoe hij van de grond in jouw mond terecht komt.
Ga eens een keer leuk vanaf de lente zelf telen en oogsten. Je kunt nu ook nog aan de slag! Met je handen in de aarde wroeten, zaadjes planten, onkruid wieden, grond bemesten, water geven, et cetera. Oftewel: de boel vanaf het begin zien groeien en daar uiteindelijk zelf de vruchten van plukken. Letterlijk. Je merkt dan meteen hoeveel aandacht en tijd dat vraagt, wat dat aan energie en moeite kost. Soms heel weinig en soms wat meer…
Iets eten wat je zelf hebt ‘gemaakt’, is vaak extra lekker. Je weet dan immers wat het van je heeft gevraagd, hoeveel inspanning het kostte. Op de een of andere manier proef je dat, omdat je dit product op waarde weet te schatten. Je hebt een kleine plant groot zien worden of een bloem zien veranderen in een vrucht. Dat is mooi om te zien en meestal ook erg rustgevend. Zo’n product zal je minder snel weg gooien!
Begin klein, dan kan het heel makkelijk zijn. Je wilt immers wel gemotiveerd blijven door iets lekkers te oogsten na al je inspanningen. Plant bijvoorbeeld eerst een paar kruiden. Lees meer over ‘zelf kruiden kweken’ in deze Proeverij. Ook leuk voor het recept (water met een smaakje)!
Heb je wat gehad aan deze tips?
Natuurlijk kun je ze ook delen, doorsturen of uitgeprint op je koelkast plakken. Zodat je ze elke dag ziet. DEEL dan even je foto met me, dat vind ik leuk!
Je kon je in de zomer van 2017 ook INSCHRIJVEN op de gratis ‘Vrijdag Voedselverspilling Vrij-dag’ mail. Die campagne duurde toen 3 maanden en bestond uit wekelijks een gratis tip tegen voedselverspilling! Je kreeg veel informatie en als extraatje: leuke recept-tips. Als je graag wilt dat dit nog eens herhaald wordt, neem dan contact met me op.