Het boek Smaakvrienden Groenten van meesterkok Angélique Schmeinck koop je voor ongeveer €40.

Dat is een smak geld, maar dit boek is het waard! Het daagt je uit groenten met ingrediënten te combineren, die je zelf niet zo snel zou verzinnen. Je gaat op avontuur en leert op originele wijze smaakaccenten leggen!

Het boek biedt je een methode (met onder andere mindmaps) voor ontzettend veel culinaire inspiratie.

Je komt in een wereld vol smaakcombinaties terecht. Ook combinaties waar je zelf nooit op zou zijn gekomen. Bijvoorbeeld witlof met zeekraal, in plaats van met appel; spannende vrienden in plaats van boezemvrienden (vandaar de titel). Een heel ander ‘kookboek’ dan je gewend bent, je gaat zelf matchen en variëren!

Verwacht niet veel kant-en-klaar recepten, daar gaat het in dit boek juist niet om.

Je leert juist nieuwe bereidingswijzen en ingrediënten toe te passen in je gerechten. En daar word je heel creatief van! Het boek helpt je wel op weg en alles is grondig onderbouwd met volop achtergrondartikelen. Zo is er bijvoorbeeld een uitgebreid hoofdstuk over kooktechnieken en bereidingen, op alfabet. Eigenlijk onmisbaar in elke keuken. Ook de creatief vormgegeven informatie over de cirkel van smaak is ontzettend leerzaam. Daarin herken je de hand van de (meester)kok. 

Zowel voor de professional als voor de liefhebber echt een aanwinst. 

Alle vijf de  smaken hebben een eigen ‘functie’ in een gerecht en een bepaald effect op je lichaam.

Als je ze allemaal te pakken hebt in je gerecht, smaakt het ‘rond’ en vind je het lekker. Bovendien is het dan beter te verteren. Het boek geeft hier ook meer informatie over. Lees daarnaast nog meer over smaken in deze Proeverij.

Wil je niets missen op het gebied van gezonde voeding? Schrijf je in voor de maandelijkse gratis voedingsmail ‘de Proeverij’ en ontvang een welkomstkado!

Het is héél gezond verschillende verse kruiden te gebruiken in gerechten, maar ook prijzig.

Je koopt ze in kleine hoeveelheden, die in verhouding met wat je ervoor krijgt, best duur zijn. Italiaanse kruidenmix uit de supermarkt bijvoorbeeld, levert je slechts een paar takjes tijm, oregano, salie en rozemarijn op. Die zijn al een beetje opgedroogd, niet echt vers meer en je mist vaak net datgene wat je ook nog lekker had gevonden.

Als je zelf kruiden gaat kweken, heb je precies ‘in huis’ wat jij graag toevoegt bij het koken.

Zelf kruiden kweken is dus vele malen goedkoper, makkelijker en scheelt je de rit naar de supermarkt. Je knipt precies de hoeveelheid die je nodig hebt af en de plant groeit vervolgens verder. De meeste kruiden zorgen voor heerlijke geuren in je tuin. Sommige houden zelfs ongedierte en muggen op afstand.

Je hoeft niet met een zaadje te beginnen; je kunt ook meteen een hele plant kopen.

Die zet je buiten in een leuke pot of je plant hem in je tuin. Let nog wel even op met nachtvorst; als je plant nog jong is, kun je hem bij (meerdere nachten) vorst beter nog even naar binnen halen. Het is een beetje uitproberen en soms ook geluk hebben met een lekker sterke plant. Planten in een pot hebben voldoende water nodig, al houden ze ook weer niet van ‘natte voeten’. Het voordeel ervan is dat ze niet kunnen gaan woekeren.

Wil je wel zelf zaaien, sla dan nu (nog) je slag.

Je kunt een aantal kruiden vanaf maart al buiten zaaien: knoflook, stevia / honingplant en bonenkruid. Vanaf april kun je bieslook, citroengras, daslook, dille, komkommerkruid, kruizemunt, salie, selderij, wortelpeterselie en zuring buiten zaaien. Voor de meeste andere geldt dat je ze beter eerst achter glas of binnen ‘voorzaait’ en vanaf mei naar buiten verplaatst.

Er zijn leuke kweekkastjes te koop, maar je redt het ook op een simpelere manier. Bijvoorbeeld met het bakje waar champignons in zitten als je ze koopt. Zorg voor genoeg ruimte tussen de zaadjes, dek af met een (heel) dun laagje grond en geef kleine beetjes water.

Houd in gedachten dat sommige kruiden niet goed bestand zijn tegen de Nederlandse winter. Mijn basilicumplantje staat eigenlijk altijd binnen, in de keuken. Rozemarijn, tijm en bonenkruid zijn echter wel heel stevig. Bieslook, daslook en knoflook komen gewoon terug in het voorjaar. Ook lavendel weerstaat de kou prima.

Kruiden oogsten gaat het allerbeste op een droge dag, in het voorjaar of in de nazomer.

Dan hebben de blaadjes en naaldjes meer smaak. Rond het middaguur bevatten ze de meeste olie; belangrijk als het je om het aroma gaat (zoals bij rozemarijn). Wil je bloemen oogsten (zoals bij lavendel), doe dat dan ’s ochtends. De dauw is er dan vanaf, maar ze zijn nog niet uitgedroogd door de zon. Anders is dat bij zaden; die oogst je juist als de plant zo droog mogelijk is. Dus in de late namiddag of vroege avond.

Kortom: zelf kruiden kweken zorgt ervoor dat je altijd kunt genieten van verschillende verse kruiden.

In het begin gaat het misschien nog af en toe mis, maar na wat oefenen, heb jij precies die kruiden die je wilt binnen handbereik!

Recept met verse kruiden: champignons met peterselie

Extra tip: lees De Proeverij uit oktober 2016 nog eens. Daarin staat hoe je kruiden goed kunt bewaren, als je toch een keer teveel van je plant hebt afgeknipt. Weggooien is zonde!

Wil je niets missen op het gebied van gezonde voeding? Schrijf je in voor de maandelijkse gratis voedingsmail ‘de Proeverij’ en ontvang een welkomstkado!

Recept met verse kruiden: champignons met peterselie

Verse kruiden voegen echt een gezond aspect toe aan je gerecht. Ze zitten vol vitaminen en mineralen. Je kunt ze ook heel makkelijk zelf kweken. Dat scheelt weer voor je portemonnee en bovendien heb je ze dan altijd in huis! Voor de smaak van je gerechten zijn ze tevens van groot belang. Als je bijvoorbeeld minder zout wilt gebruiken, zijn kruiden onmisbaar in je keuken.

Natuurlijk hoef je niet altijd voor vers te gaan. Ook gedroogde kruiden zijn heerlijk en tegenwoordig in allerlei vormen en maten te verkrijgen. Een voordeel van deze kruiden is dat ze lang houdbaar zijn.

Ingrediënten

  • flinke bos verse peterselie
  • champignons
  • (flinke) teen knoflook
  • klont roomboter
  • scheut olijfolie (extra vergine)
  • peper en zout

Optioneel (voor de pastasalade):

  • pasta
  • scheut olijfolie (extra vergine)
  • peper en zout
  • eventueel teen knoflook
  • eventueel scheut vers citroensap

Bereiding

  1. Was de peterselie en schud het water er goed af. Laat verspreid over een schone theedoek drogen (even zacht deppen kan ook helpen).
  2. Borstel of veeg de champignons schoon en snijd ze in (flinke) stukken. Verwarm een (niet te kleine) pan goed voor op middelhoog vuur. Doe een scheut olijfolie en de champignons in de pan. Laat het vuur constant middelhoog staan. Roer af en toe (niet de hele tijd; de champignons moeten de tijd krijgen even te bakken).
  3. Snijd ondertussen de knoflook heel fijn / doe de knoflook in een knoflookpers.
  4. Zodra de champignons geslonken zijn, wat kleur hebben gekregen en het vocht dat vrij kwam weer verdampt is, voeg je de knoflook, boter, peper, zout en peterselie toe.
  5. Verwarm heel kort mee (maximaal een halve minuut). Het vuur staat nog steeds middelhoog.

Lekker in een simpele pastasalade, heel geschikt als gezond lunchgerecht. Maak de pasta alleen aan met een goede kwaliteit extra vergine olijfolie, peper en zout. Toch liever wat meer smaken? Verse knoflook en een scheut vers citroensap voegen al heel veel toe.

Voor meer leuke recepten: klik HIER!